Aanpassen aan het nieuwe normaal
Met een geschiedenis van bijna 190 jaar, is de ontwikkeling op lange termijn altijd een richtpunt aan de horizon geweest bij bosboomkwekerij Armand Op De Beeck bvba uit Putte. Om zo lang hetzelfde te kunnen blijven doen, is het in vraag stellen van de zekerheden uit het verleden echter een noodzakelijke voorwaarde, weet nazaat in de zesde generatie Philip Op De Beeck.
Auteur: Ivan De Clercq, AVBS, in opdracht van VLAM
De betovergrootvader van Philips vader richtte in 1832 de bosboomkwekerij op waarvan Philip nu bedrijfsleider is. Het bedrijf specialiseerde zich doorheen de generaties richting de productie van bos- en haagplantsoen, jonge planten in bloot wortelgoed. Het gaat vooral om twee- en driejarig loofhout, maar ook naaldhout. Veel bomen gaan naar de publieke sector voor openbaar groen, maar ook naar bosbouw. Het bedrijf met een oppervlakte van 75 ha draait op de inzet van een twaalftal vaste mensen, in de winter aangevuld tot een 25-tal.
80% van de productie blijft in het binnenland: 50% naar Wallonië, 30% naar Vlaanderen. De overige productie gaat vooral naar de buurlanden. “Het is iets wat zo gegroeid is, waar we ons comfortabel bij voelen en waar we ook logistiek goed op ingespeeld zijn”, aldus Philip.
De daad bij het woord
Alhoewel de handel door corona heel even kelderde in het voorjaar, is Philip al bij al tevreden over de verkoop. “Er is veel meer vraag dan aanbod in het bosplantsoen, en dat is een evolutie in heel Europa. We merken dat overheden overal de daad bij het woord voegen en effectief kiezen voor meer bomen en bos.” Voor sommige boomsoorten is Op De Beeck in de verkoop zelfs bewust even op de rem staan, om volgend jaar ook nog de vaste klanten te kunnen bedienen.
Hoewel elke boomkweker blij is met een sterke vraag, zit er ook een scherp kantje aan. Boomkwekers kunnen maar beperkt leveren omdat er van sommige soorten simpelweg niet genoeg zaadproductie is geweest. En dat heeft dan weer alles te maken met de droogte. “Bomen hebben echt afgezien van de hitte. Ze hebben daardoor weliswaar veel zaden geproduceerd, maar niet van goede kwaliteit. Ik verwacht daardoor voor het seizoen 2021-2022 nog veel meer schaarste.”
Inheems en autochtoon
Het bedrijf zet sterk in op gecertificeerd uitgangsmateriaal. Het heeft zowel bosbouwkundige selecties als autochtoon bos- en haagplantsoen in het assortiment. Bij autochtoon materiaal gaat het om soorten die al eeuwenlang in onze contreien gedijen (=inheems), waarvan de zaden lokaal geoogst worden. “We stellen ons de vraag of we voor het gecertificeerd materiaal niet iets zuidelijker zouden moeten kunnen kijken gezien het wijzigend klimaat. Zeker nu er een tekort is aan zaad.”
Peilgestuurde drainage
Ook op de eigen velden is de droogte de laatste jaren een belangrijk item geworden. “De teelten die wij hebben, worden klassiek in de winter geoogst. Tot 2017 was water draineren dan ook het enige waar wij aan dachten. Dat is daarna helemaal veranderd.” Onder een groot deel van de velden ligt er drainage. Bij de aanleg werd er voor gekozen om eerst al het drainagewater in een hoofddrainagebuis (moerdrain) samen te laten komen vooraleer het in de gracht te lozen. Het doel daarvan was vooral praktisch van aard, om beschadiging bij onderhoudswerken aan de grachten te vermijden. “Nu zorgt dit ervoor dat we vrij makkelijk kunnen ombouwen naar peilgestuurde drainage.”
Water aanvoeren
Meer water bijhouden dus, maar ook water aanvoeren. “Tot een aantal jaar geleden hadden we dit in ons bijna 190-jarig bestaan bij mijn weten zo goed als nooit gedaan. Heel af en toe voor wat zaaibedden, waarvoor we zelfs gewoon stadswater gebruikten.”
De opeenvolgende jaren van droogte en de geleden schade hierdoor in 2018 maakten een koerswijziging noodzakelijk. “We wilden met irrigatie kort op de bal te kunnen spelen en op korte tijd veel te kunnen beregenen. Een boorput was geen optie bij gebrek aan een goede waterkwaliteit. Dus moeten we aanvoeren.”
Veel capaciteit
Op De Beeck investeerde in een tractor met een beerton waar 18.000 liter water in kan. Op de beerton staan vervolgens twee haspels geïnstalleerd waarmee 70 meter wijd water kan gespoten worden. Vullen en lossen kost telkens tien minuten. Is samenspraak investeerde ook een loonwerker in twee dergelijke vaten. Twee buffervaten van elk 45.000 liter geven in de droogtepieken extra capaciteit. Het water komt uit het nabijgelegen Nete-kanaal of uit een oude kleiput. “De waterkwaliteit hiervan is goed, en het is niet zo koud dan water uit een diepe boorput, wat voor de bomen ook beter is.” Eén gietbeurt was in de voorbije zomer goed voor 20l/m2.
Nieuw normaal
Door deze forse investeringen in wateraanvoer wist Philip Op De Beeck de schade op het bedrijf ieder jaar meer te beperken. “We zullen nog wel eens een nat jaar of koude winters meemaken, maar de voorbije jaren hebben de investeringen in wateraanvoer al goed gerendeerd. Het is een nieuw normaal, maar waar we voorlopig goed voor uitgerust zijn.”
Pleiten voor diversiteit
Ook klanten kiezen stilaan voor andere soorten. Er is meer vraag naar planten die beter bestand zijn tegen droogte. Wintereik doet het bijvoorbeeld beter dan zomereik; berken worden opnieuw populairder. Enigszins tegen de algemene opvatting in blijken ook populieren het erg goed te doen in droge en hete omstandigheden. “Klanten zien ook welke richting het klimaat uitgaat, vraag is in welke mate het zich doorzet. Het is niet onze taak als boomkweker om richting een bepaalde soort te sturen. Wel pleiten we voor diversiteit. We moeten af van monocultuur in bossen, al is het maar om aan risicospreiding te doen. Denken we maar aan de enorme schade die de letterzetter kan aanrichten.
Homogeniteit
Diversiteit en werken in samenwerking met de natuur is voor iedereen het ordewoord, niet het minst voor de boomkwekers zelf. “In vergelijking met vroeger werken we nu minder intensief. Op een derde van onze gronden ligt een groenbemester.” Het hoofddoel is om de structuur van de bodem en het organisch materiaal erin zo optimaal mogelijk te houden. Veel gebruikte groenbemesters zijn gele mosterd, zandhaver (Avena), soedangras (Sorghum) en bladrammenas. “Zelfs in groenbemesters wisselen we graag af. Met diepwortelende groenbemesters kunnen we eventuele harde lagen in de bodem breken. Ook doen we aan niet-kerende grondbewerking, gebruiken we vaste rijpaden en planten en zaaien we alles op gps. We willen de bodemstructuur zo optimaal houden. Enkel zo krijg je homogene partijen van een goede kwaliteit en met een goed wortelgestel.”
Een van de meest recente investeringen was een camerasturing op de schoffel achter de gps-trekker. De schoffel herkent nu zelf de rijen, waardoor er sneller gereden kan worden tijdens het schoffelen. Om gewasbeschermingsmiddelen efficiënter in te zetten maakt Op De Beeck ook gebruik van luchtondersteuning tijdens het spuiten. Hierdoor worden de middelen dieper in het gewas gebracht, en kan er dichter tegen perceelsranden gewerkt worden zonder driftrisico. Op het bedrijf hebben al regelmatig demoproeven plaatsgevonden van onderzoekscentra en overheden. “Ik vind het belangrijk om als bedrijf je in te zetten voor de sector en het milieu. Het helpt bovendien om jezelf in vraag te stellen en aan te passen waar nodig. Ook als bijna 190-jarige is dat essentieel.”
Armand Op De Beeck bvba in cijfers
- Werknemers:
- 2 zaakvoerders
- 2 (halftijdse) bedienden
- 3 seizoenarbeiders (winterperiode)
- 3 interim arbeiders
- 7 contractuele arbeiders
- Oppervlakte bedrijf:
- 75 ha open lucht
- 75 ha open lucht
- Export: 20% van de omzet
- 8% Verenigd Koninkrijk
- 5% Nederland
- 3% Frankrijk
- 2% Duitsland
- 2% Luxemburg
- Belangrijkste exportproducten:
- Crataegus, Fagus, Carpinus, Quercus, Ligustrum, Populus